De zin en onzin van coaching

Coaching is geen trendwoord meer. In heel wat organisaties is het uitgegroeid tot een vast onderdeel van personeelsbeleid. Toch blijft er twijfel hangen: wat levert het nu écht op? Wanneer is het zinvol – en wanneer niet?

Om daar grip op te krijgen, vroegen we het aan wie er zelf mee in aanraking komt: we stuurden een vragenlijst en kregen van 119 medewerkers binnen lokale besturen en zorginstellingen, en 16 coaches een reactie. Hun antwoorden – rijk, eerlijk en verrassend eensgezind – brengen een scherp beeld van wat coaching vandaag wél is. En vooral: wanneer het werkt.

Wie doet beroep op coaches en waarvoor?

Coaching is vandaag ingeburgerd in de leefwereld van veel organisaties. Maar wie stapt er écht in? En met welk doel?

Uit onze bevraging blijkt: coaching wordt breed ingezet, vooral bij leidinggevenden, teamverantwoordelijken en medewerkers in sleutelposities. Maar opvallend: ook medewerkers zonder formele leidinggevende rol geven aan dat ze nood of interesse hebben aan coaching. Denk aan ervaren medewerkers die een nieuwe richting zoeken, of professionals die hun veerkracht willen versterken. De drempel verlaagt, de vraag groeit.

Wat mensen zoeken, loopt uiteen. Voor sommigen is coaching een concreet hulpmiddel om doelen te bereiken of complexe situaties aan te pakken. Denk aan een teamverantwoordelijke die beter wil delegeren, of een beleidsmedewerker die effectiever wil onderhandelen.

Anderen zoeken juist verdieping: ruimte om stil te staan, zichzelf beter te begrijpen, of moeilijke keuzes te verkennen. Ook daar bewijst coaching volgens onze respondenten haar waarde.

Coaching

Kortom: coaching wordt gewaardeerd in twee richtingen. Taakgericht én persoonsgericht. Gericht op actie én op zelfinzicht.

Coaches geven daarbij een andere nuance mee:

“Ondanks coaching in populariteit stijgt, zijn er nog veel organisaties waar coaching onbekend terrein blijft. Ze willen wel, maar weten niet altijd wat het inhoudt – of wat het vraagt.”

Dat zien we ook in hoe coaching vandaag wordt aangevraagd: vaak ad hoc, nog zelden verankerd in een bredere visie of beleid.

Coaching leeft op de werkvloer, maar verdient betere inbedding in het strategisch denken. Het vraagt visie, keuzes en een beleid dat verder gaat dan “een traject opstarten omdat het moet.”

Is er weerstand?

Een opvallende vaststelling: weinig respondenten in onze vragenlijst staan afwijzend tegenover coaching. Natuurlijk moeten we dit nuanceren. Onze vragenlijst is mogelijk onderhevig aan een zelfselectiebias: wie interesse heeft in coaching is sneller geneigd te antwoorden.

Maar toch lijkt binnen lokale besturen en zorginstellingen de drempel verrassend laag. Er lijkt weinig diepe culturele weerstand – wél praktische terughoudendheid. Coaching wordt afgewogen zoals elke investering: in tijd, geld en persoonlijke ruimte. Als die ruimte ontbreekt, haakt men af – niet uit onwil, maar uit praktische overwegingen.

Wanneer is coaching zinvol?

Coaching werkt wanneer er heldere doelstellingen zijn – gedragen door de coachee én ingebed in de werkcontext. Vage of impliciete verwachtingen leiden tot oppervlakkigheid, frustratie of botsende belangen (bv. tussen leidinggevende en coachee).

📣 Wat dit vraagt van de organisatie:

➡ Zorg voor duidelijke doelen en context.

➡ Help medewerkers hun vraag scherpstellen

➡ Vermijd verwarring over rollen of verwachtingen en geef ook zelf voldoende feedback – een coach is geen vervangend leidinggevende.

📣 Wat dit vraagt van de coachee:

➡ Wees duidelijk over wat je wil bereiken

➡ Zoek jouw eigen cirkel van invloed – in een coachingstraject gaat het om jou, niet om de ander.

📣 Wat dit vraagt van de coach

➡ Vertaal de hulpvraag in duidelijke doelen

➡ Houd het einddoel zichtbaar tijdens het hele traject

➡ Stem indien nodig (en met toestemming) af met de organisatie

Coaching creëert ruimte om stil te staan. Reflectie over gedrag, keuzes, drijfveren. Maar die ruimte alleen volstaat niet. Inzicht zonder actie blijft vrijblijvend.

Zowel coaches als medewerkers benadrukken: coaching werkt pas als mensen zelf aan het stuur zitten. Zonder duidelijke hulpvraag, zonder vertrouwen in het proces, zonder actie… is coaching een lege doos. Ook als het opgelegd wordt – of als de motivatie ontbreekt – dan gaat de deur gewoon dicht.

📣 Wat dit vraagt van de organisatie:

➡ Dwing coaching niet op. Geef ruimte voor bedenkingen, en kies het juiste moment.

📣 Wat dit vraagt van de coachee:

➡ Wees bereid om in de spiegel te kijken. Het vergt moed om te veranderen.

➡ Neem verantwoordelijkheid voor je leerproces. Coaching is géén delegatie.

➡ Ga aan de slag met de acties die je destilleert uit de verschillende sessies. Gedragsverandering vraagt tijd én oefening.

📣 Wat dit vraagt van de coach:

➡ Niet pamperen, wél spiegelen. Een goede coach durft prikkelen, zonder oordeel.

➡Durf vertragen, maar houdt altijd het doel in zicht.

➡ Zet in op een leerproces dat verder rijkt dan de grenzen van de coachingsessies.

Coaching werkt zelden in een vacuüm. Het heeft de grootste impact wanneer individuele trajecten ook iets veranderen in teams, samenwerking of cultuur. Dat betekent echter niet dat een coach een inhoudelijk expert hoeft te zijn, al is voeling met de sector wel een pluspunt. De coach is dan geen eenzame gids, maar een schakel in een breder ontwikkelingsverhaal.

Een spiegel – en géén vervangend leider.

Toch lijkt het hier soms te wringen. Coaches waarschuwen voor het gebruik van coaching als lapmiddel voor structurele problemen.

“Als je iemand coacht om beter te functioneren in een team dat fundamenteel fout geleid wordt, is dat verloren moeite.”

Wat doe je dan wel? Durf als coach de hulpvraag in vraag te stellen en het gesprek met de opdrachtgever aan te gaan.

Ook als de werkdruk te hoog ligt – of als coaching niets te maken heeft met de realiteit op de vloer – dan wordt het een eiland. Zónder doorwerking, zónder impact. Medewerkers voelen dat ook. Doelen blijven in dat geval vaak vaag, of botsen met de werkcontext.

📣 Wat dit vraagt van de organisatie

➡ Zorg dat coaching inhoudelijk verbonden is met de werkvloer.

➡ Combineer individuele coaching met structurele ingrepen waar nodig.

➡ Voorzie ruimte én relevantie: geen toepassing = geen verandering.

➡ behoudt een open en neutrale blik, sta open voor de input van de coach ook al houdt die een spiegel voor aan jou als leidinggevende i.p.v. voor de medewerker die jij voor ogen had.

📣 Wat dit vraagt van de coach

➡ Wees eerlijk over wat coaching kan – én wat niet.

➡ Durf signaleren wanneer de context tegenwerkt

“Een goede coach confronteert meer dan vrienden, maar zonder oordeel.”

Coaching werkt alleen als er vertrouwen is. Medewerkers én coaches benadrukken het belang van een professionele klik, respect, neutraliteit.

📣 Wat dit vraagt van de organisatie

➡ Investeer in zorgvuldige matching – zowel op stijl, aanpak als contextkennis.

➡ Monitor actief of de samenwerking goed zit – en durf bij te sturen.

📣 Wat dit vraagt van iedereen die inzet op coaching

➡ Kies voor kwaliteitsvolle coaches met bewezen ervaring en methodiek.

➡ Vermijd het containerbegrip: coaching is geen therapie, geen babbel, geen pleister.

➡ Neem het vak ernstig – of doe het niet.

Wat maakt een coach goed – en wie waakt daarover?

Coaching is een vrij beroep. En net dat zorgt voor verwarring én wildgroei. Want wie mag zich coach noemen? En wie garandeert kwaliteit?

Vanuit de sector volgt er een scherpe waarschuwing. Coaches zijn daarbij kritisch voor hun eigen stiel. Ze vrezen de uitholling van het vak door een wildgroei aan “babbelcoaches” zonder methodiek.

“Op elke hoek van de straat een coach. Dat holt ons beroep uit.”

Zonder kwaliteitskader, methodiek en toetsbare aanpak verliest coaching aan geloofwaardigheid.

 

De kracht van feedback geven

Bij Probis geloven we dat er vandaag nog geen sluitend keurmerk bestaat dat coaches betrouwbaar onderscheidt. Certificering staat voorlopig niet garant voor kwaliteit. Onze bevraagde coaches bevestigen dat beeld. Ze zijn niet tegen kwaliteitsbewaking, wel tegen de huidige systemen. Over keurmerken zoals ICF en EMCC klinkt kritiek

  • “Te commercieel, te veel administratie, te weinig inhoud.”
  • “Toen ik begon, bestond certificering nauwelijks – maar ik school me permanent bij.”
Waar zit kwaliteit dan wel?

Wat wél spontaan naar voren kwam als teken van kwaliteit:

  • doorgedreven, inhoudelijke opleidingen
  • jaren praktijkervaring
  • actieve bijscholing, intervisie en supervisie
  • werken volgens evidence-based methodieken
  • zelfreflectie en zelf ook “gecoacht” worden

 

Kortom: geen papieren sticker, wél een lerende, bewuste en onderbouwde praktijkhouding.

Onze visie bij Probis?

Wij pleiten niet tegen kwaliteitsbewaking – integendeel. Maar erkenning zonder inhoudelijke borging maakt niemand sterker.

Onze toetssteen:

  • Volgde de coach voldoende relevante opleidingen?
  • Is er kennis van de context en doelgroep?
  • Volgt de coach intervisie, bijscholing, supervisie?
  • Wordt er gewerkt vanuit een methodisch, toetsbaar kader?
  • Beschikt de coach over de vooropgestelde basishouding (o.a. gelijkwaardigheid, integriteit en verantwoordelijkheid) en de gewenste basiscompetenties (o.a. actief luisteren, feedback geven en contracteren)
 

Tot er een écht kwaliteitslabel bestaat, blijft dat ons kompas. En dat van onze klanten.

webinar zin onzin coaching

Onze oproep: maak van coaching een bewuste keuze

Deze bevraging toont het glashelder: coaching leeft.

Maar om duurzaam verschil te maken, moet coaching meer zijn dan een ad-hocinterventie.

 

Het moet een bewuste keuze zijn:

  • ingebed in heldere doelen
  • gedragen door coachee én organisatie
  • begeleid door competente professionals
  • verbonden met de praktijk, de organisatie
 

Onze uitnodiging? Gebruik deze inzichten om bij jezelf of binnen je organisatie te reflecteren:

  • Waarom zetten wij coaching in?
  • Wat verwachten we écht van het traject?
  • Hoe bewaken we kwaliteit?

Wil je daarover in gesprek?

Wij luisteren graag. Bij Probis helpen we organisaties om coaching strategisch, menselijk en kwaliteitsvol te verankeren.

  •  # coaching als hefboom, niet als reflex
  • # met impact – en met zorg voor wie het doet

Opmerking: dit artikel baseert zich op een bevraging bij 16 coaches én 116 medewerkers uit lokale besturen en zorginstellingen. Hoewel de vragenlijst breed werd verspreid, ging het niet om een wetenschappelijk onderbouwd onderzoek. Zo werd er bijvoorbeeld geen objectieve vergelijking gemaakt, en vooral de groep coaches is te klein om conclusies te veralgemenen. Wel biedt deze peiling waardevolle eerste inzichten in hoe het vak vandaag beleefd wordt – door zowel coaches als opdrachtgever.

We bevroegen zowel medewerkers uit organisatie als coaches.

 

Medewerkers; 119 respondenten

Context:

  • 61 lokaal bestuur
  • 49 zorg
  • 4 VAPH
  • 5 Andere

Functie

  • 86 leidinggevenden
  • 21 beleidsmedewerkers
  • 3 zorgverleners
  • 9 andere

 

Coaches: 16 respondenten

 

Opmerking; we deden geen effectief wetenschappelijk onderzoek – zo is onze vragenlijst naar veel mensen verstuurd – maar hebben we geen objectieve vergelijking; bovendien maar 16 coaches – weinig om een effectief onderzoek op te doen. Wel een eerste peiling naar bevindingen over het vak.

 

Coaching structureel verankeren in je organisatie?


Coaching is meer dan een individueel traject of snelle tussenkomst. Het werkt pas écht als het gedragen wordt door de organisatie, verbonden is met de werkcontext én kwaliteitsvol begeleid wordt. In dit artikel krijg je inzichten uit de praktijk: wanneer werkt coaching wél — en wanneer niet?

Klaar om bewuster om te gaan met coaching in jouw organisatie? Michèle denkt graag met je mee.

Michèle Lemmens foto

Anderen bekeken ook

Coaching

De zin en onzin van coaching

Coaching zit in de lift, ook binnen lokale besturen en zorginstellingen. Maar wanneer werkt het écht – en wat vraagt het dan? We bevroegen 119 medewerkers en 16 coaches over hun ervaring met coaching. Hun antwoorden tonen verrassend helder waar coaching vandaag wel werkt, en waar het spaak loopt. In

Lees de volledige case